“Heb je weleens in het noorden van Californië onder een sequoia gestaan? Zo ja, dan weet je uit de eerste hand hoe groot en majestueus die is, met een stam die zo dik is dat je er, zelfs hand in hand met twee of drie vrienden, niet met je armen omheen kunt. Deze krachtige, prachtige bomen worden onvoorstelbaar hoog en reiken met hun takken tot in de hemel. Maar wat je niet ziet wanneer je aan de voet van die boom staat, is wat er onder de grond gebeurt. Hoewel een sequoia wel 110 meter hoog kan worden, gaan de wortels gemiddeld maar drie meter diep. Dat komt doordat ze hun wortels naar buiten uitspreiden, op zoek naar andere sequoia’s. Hun wortels verstrengelen zich onder de grond en ze houden elkaar overeind. Een sequoia kan zich niet in zijn eentje staande houden, en wij ook niet.”
Uit: Elle Luna, Op de tweesprong van moeten en willen. Wat doe je en wat wil je écht? Amsterdam. A.W. Bruna Uitgevers. 2015. p. 152