Heb jij ook een huisdier? Een golden retriever, een gevlekte straatkat of een langharige cavia die jij perfect begrijpt? Het dier helpt je op weg met een korte blaf, een luide miauw of een vrolijke piep. De kat komt met haar kop je boek uit je handen wegduwen. De hond gaat zitten naast het rek met de leiband en houdt zijn kop schuin. De cavia probeert overdreven aan het lege drinkbusje te drinken. In één oogopslag heb je door wat je trouwe viervoeter van je verlangt. Op slag zie je hoe je dier zich voelt. De schildpad zwemt minder dan anders, de hond heft zijn kop nauwelijks op, het paard reageert minder vinnig dan normaal.
En onmiddellijk sta je klaar: je zorgt dat het beestje krijgt wat het nodig heeft. Wat extra voer, een zuivere kooi, een fikse wandeling. We geven het dier aandacht: een spelletje met de bal, een borstelbeurt, een knuffelsessie. Heerlijk toch, zo’n huisdier?
Toch vraag ik me af: hoe komt het dat we er bij mensen vergeten op te letten wat ze zonder woorden aan ons proberen duidelijk te maken?