Soms moet je tijd maken voor levenslessen. Daarom nodigden we op 7 mei Jean Bosco Safari nog eens een lesuur voor onze derdejaars uit. ‘Het is allemaal begonnen met een droom,’ vertelde hij. Het begin van een tocht waarop hij ons meevoerde naar Rwanda in 1960. Op de avond waarop in zijn dorp de oorlog uitbrak.
Je kon een speld horen vallen toen hij vertelde hoe hij halsoverkop met zijn gezin moest vluchten. Over de ochtend waarop hij ontwaakte in een vluchtelingenkamp en de dag waarop zijn moeder hem, voor zijn eigen veiligheid, afstond voor adoptie. Over de zomer waarin hij in het vreemde België bij nieuwe ouders moest aarden en over hoe hij als klein jongetje met de radio naast de keukentafel zijn droom ontdekte.
Zijn muziek ondersteunde het indrukwekkende verhaal. Tussendoor gaf hij ons een resem wijsheden mee: ‘Iedereen heeft een intentioneel veld. Daarin verzamel je miljoenen indrukken. Alle gevoelens en gewaarwordingen die je niet kan benoemen, sla je op in dat veld. Soms vermengen zich gedachten en woorden met deze emoties en vormt er zich een mentaal plan: een droom. Die droom nestelt zich dan in je lichaam zodat hij kan groeien tot hij groot genoeg is om uit te breken en te schitteren. Van op het moment dat je je droom kan beschrijven, is de kans groot dat je hem zal kunnen waarmaken. En als je je droom hebt bereikt, ontdek je twee dingen: dat je hem niet alleen hebt kunnen verwezenlijken èn dat je hem wilt delen met de mensen die je nabij zijn.’
Doorheen het verhaal werd ook een stukje muziekgeschiedenis geweven. Bijvoorbeeld van de Beatles: ‘Zij hadden kracht, tederheid èn gevoel voor humor. Dat is een heel sterke combinatie.’
Jean Bosco Safari ging verder met de reactie van zijn ouders toen ze te horen kregen dat hij muzikant wou worden. En beschrijft hoe moeilijk het was om de daad bij het woord te voegen. ‘Maar niemand hield me tegen in mijn dromen, en dat was al heel wat.’
Verder gaf hij ons een spirituele boodschap mee: ‘Alles is één. Alles is verbonden met elkaar. De mensen zijn een onderdeel van de planeet.’ Samen met de leerlingen plaatste hij een symbolische camera boven de zaal die uitzoomde waardoor we het dak van de school zagen, de stad Hasselt, Limburg, België, Europa, Azië, … tot we met onze rug tegen de maan hingen. Vanaf die positie zagen we de blauwe planeet. En begrepen we allemaal dat we een deel van de aarde zijn.
Met de hele groep deden we een experiment. Tegelijk klakten we met onze tong. Als je dat in je eentje op je kamer doet, hoor je een paard op een hobbelweg, nu leek het alsof er een kleine rivier doorheen de groep stroomde. Het kippenvel op onze armen kregen we er gratis bij.
Verder konden we genieten van zijn schitterende liedjesteksten: ‘De maan schijnt altijd achter de wolken. Vooral bij nacht. Vooral bij nacht. En die maan heeft dat te danken aan de zon. Het vuur van de zon schijnt dankzij het water. En het water … dat zijn wij, dat zijn wij.’
Op het einde van de ontmoeting gaf hij iedere leerling nog een cadeautje mee: een omslag om onze dromen in te koesteren. ‘Die droom heeft warmte, water en onverdeelde aandacht nodig.’
Maar misschien was alles wat hij zei, alles wat hij speelde niet het belangrijkste. Maar was het de manier waarop een mens puur kan zijn, gewoon zichzelf kan zijn. Jean Bosco Safari straalt respect en liefde uit. En is dat niet het voorbeeld dat wij vaker aan onze jeugd moeten tonen?
Soms zijn er te weinig minuten in een uur. Dan is het niet erg dat kunst tijd steelt van opgelegde doelen. Dan mogen de dromen even in de spots staan.