Etiket

Breed lachend en met een open blik kijkt hij zijn nieuwe klas in. Zijn eerste bekommernis: zorgen dat de rest hem gezien heeft. Zijn tweede bekommernis: zorgen dat het in sneltempo gezellig wordt om zich heen. Binnen de vijf minuten heb je door wie de positieve leider zal worden in de groep. Dit wordt de jongen aan wie de klasgenoten hun stem zullen geven bij de verkiezing van de klaskapitein.

Maar er klopt iets niet: de meest sociale leerling van de klas heeft een etiket. Hij is vorig jaar gebrandmerkt: licht autistisch. Help! Wat hebben al die andere klasgenoten dan wel? En welke graad van autisme zou ik zelf hebben?

Door de jaren heen zie je steeds meer etiketten opduiken in de klas. En helaas, er worden slechts enkelen beter van.
Moet je je eens indenken wat dit met je doet als je pubert. ‘Ik ben niet normaal want ik heb een oranje etiket.’ Of: ‘Ik ben een randfenomeen want ik heb een rood etiket.’
Het enige voordeel voor de betrokken jongeren is dat ze een excuus op een dienblaadje hebben als ze eens geen verantwoording voor hun gedrag willen afleggen.

Maar bewijzen we hen daar een dienst mee? Leren we hen op die manier hoe ze in de maatschappij moeten staan? Welke samenleving creëren we met al die etiketten? Jonge mensen die geen relatie aandurven o.w.v. een etiket? Werkgevers naarstig op zoek naar een etiketloos exemplaar?

Versta me niet verkeerd, ik kan me indenken dat een juiste diagnose een hele opluchting kan zijn voor iemand die echt in de knoop ligt met zijn beperkingen.
Maar moeten we niet stoppen met de ene na de andere leer- of leefstoornis uit de hoed te goochelen? Kunnen we de jeugd niet beter leren dat aan iedereen wel iets scheelt? De ene is verschrikkelijk gevoelig, de ander enerverend energiek en de derde heeft graag de zaken onder controle.

Zouden we hen niet kunnen voorleven dat je daar mee moet leren omgaan; met die scherpe kantjes van een ander, maar vooral met die van jezelf?
Zouden de jongeren die echt meer begeleiding nodig hebben dan niet meer serieus genomen worden?