Examenstress

Ons huishouden bibbert en beeft. Het is examentijd. Niet alleen manlief en ikzelf moeten binnenkort examen afleggen, dochterlief heeft ook haar eerste examen erop zitten. Voor haar hobby.

Een Engelse ballerina heeft haar gisteren beoordeeld. Op voorhand dachten we: ‘In een veilige omgeving, de spanning van een examen meemaken. Het zal een boeiende ervaring zijn.’ <

Dat viel tegen. Die veilige omgeving werd in de voorbereiding van de proef een gebied waarin dochterlief voortdurend werd geviseerd.
Dochters hart ging in alarmstand. Ieder moment kon ze bij de kleinste fout beschoten worden. In volle groep.

Meer is er voor een kind van zeven niet nodig om alle zelfvertrouwen weg te nemen. Plots kon iedereen alles beter. Niet alleen in de balletzaal, maar ook daarbuiten.

We hebben al ons kruit moeten bovenhalen om dochterlief te doen geloven dat ze het wèl kon. En dat ze thuis echt nog binnen mocht, moest het foutlopen.

Ooit vertelde iemand me: ‘Als iemand tijdens je jeugd in je gelooft, kom je wel op je pootjes terecht.’
Hoe vaak vergeten we dat je per kritische opmerking, vijf complimenten aan een kind moet geven? Moeten onze kinderen niet voortdurend boven hun niveau presteren? Mogen ze nog zichzelf zijn? Met rafelrandjes?

Op school ligt er al zoveel druk op hun schouders, is het nodig dat zelfs bij hun hobby de lat steeds hoger wordt gelegd?

Zouden we zelf niet wat meer óp de lat moeten gaan zitten om bij te tanken? Om anderen in hun kracht te zetten, moet je immers eerst zelf in je kracht staan. En dus niet voortdurend op je tippen lopen. Al zal de balletjuf daar wel goed in zijn. Af en toe met de voeten op de grond komen, heeft ook zijn nut.

Het examen is gelukkig goed verlopen. Je kon na afloop bijna zien hoe het pak van dochters hart viel.
Volgend jaar toch maar op zoek naar een andere hobby. Eentje waar ze niet op de tippen van haar tenen moet lopen, maar waarvan haar wortels sterker worden…