Het favoriete gespreksonderwerp aan tafel? Voetbal. Hele matchen worden besproken. Samen met de risico’s van het vak. Verhalen over voetbalblunders komen boven.
Dochterlief luistert aandachtig. ‘Als ik scheidsrechter was dan gaf ik een rode kaart aan de voetballer die een grote fout maakt, een gele kaart voor de kleine fouten en een groene kaart voor als iemands iets heel goed doet op het veld.’
Ik kijk haar verbouwereerd aan. Ze kan onmogelijk weten dat dit systeem sinds kort echt bestaat. Intuïtief geeft ze aan wat belangrijk is in de omgang met anderen: aandacht geven aan de positieve dingen. Hopelijk leert de volwassen wereld haar dit niet af.
Ik vind dat ze een groene kaart verdient.