Hordeloop

Het was een week vol hindernissen. De krachten van de elektronica werkten tegen ons: de computer kreeg een virale infectie, de telefoon ging in staking, de afwasmachine sputterde tegen, de laptop sneed ons af van het wereldwijdeweb, de wasmachine stroomde over, de droogkast kreunde onder het jarenlange werk, een van de autobanden zuchtte, een batterij van de afstandsbediening raakte vermist, de diepvries verkleumde onder zijn te dikke ijslaag, de fontein hield een winterslaap.

Toch slaagde geen enkel apparaat er in om ons een slecht humeur te bezorgen. Ach een paar dagen zonder computer en internetverbinding, dat is te overleven. Tja, geen telefoon? Gelukkig hebben we nog een gsm. En als mijn betaalkaart leeg is, leen ik het mobieltje van manlief wel even. De afwasmachine laten we gewoon nog een keer extra draaien. Wat water in de berging? Een dweil erover en niemand die het weet. De droogkast maakt lawaai? De deur dichttrekken helpt. De autoband pompen we iedere dag wel op. De tv kan je ook bedienen zonder afstandsbediening. Het weer is ideaal om een diepvries te ontdooien. En de fontein? Die krijgen we in de lente wel aan de praat.

Trots op mezelf kruip ik op zondagavond in bed. Ik heb alle hordes goed genomen. Gelukkig hebben we geen elektrische deken of waterbed.
’s Ochtends om 6u20 schrik ik wakker van kabaal: verdorie, mijn wekker doet het nog!