Huis-zoeking

Meer dan 15 jaar geleden stonden mijn allerliefste en ik te staren naar een fantastische vierkantshoeve op een immense lap grond naast een holle weg in Vliermaal. Enfin, voor hem was het eerder dromen, denk ik. Het bordje ‘TE KOOP’ sierde immers de gevel. Ik kon echter enkel uitbrengen: ‘Ik wil in Zutendaal blijven wonen.’

Vanaf dan werd het mìjn taak om de huis-zoeking te organiseren. Een jaar lang heb ik alle advertenties uitgeplozen, alle kennissen in onze gemeente uitgehoord en op zondagnamiddag alle straten van het hele dorp afgereden op zoek naar de ideale woning of een betaalbaar stuk bouwgrond.
De telefoonrekening werd huizenhoog. Ontelbare keren antwoordde ik als een volleerde zakenvrouw: ‘Ik ga het bespreken met mijn partner.’ Om niet te zeggen: ‘Oei, zό duur, dat had ik niet verwacht.’
Ten einde raad hebben we zelf een zoekertje geplaatst: ‘jng kppl zkt betaalbare woning of bwgrnd in Zut.’
Reacties? Niets om over naar huis te schrijven.

En dan – louter toevallig of was het volharding?-  stootten we op een oude arbeiderswoning. Met afschrikwekkende roze paaltjes voor de deur, met massaal veel werk, maar vol mogelijkheden.
De koop was snel beklonken. We waren de koning te rijk dat we een woning in eigen dorp hadden gevonden. Daar waar men elkaar nog kent. Dichtbij onze vrienden en familie.

Trots begonnen we het huis een tweede leven in te blazen. Een verbouwing, die uiteindelijk dubbel zo lang duurde dan gepland, stond ons te wachten.
In het prille begin, tussen de tonnen puin, buizen voor leidingen en toekomstdromen door, kwamen de buren al eens langs. Polshoogte nemen welk soort volk bij hen in de straat kwam aangewaaid.
‘Zijt ge van hier?’ vroegen ze.
En wij antwoordden volmondig: ‘JA!’
Peut. Fout antwoord. ‘Van hier’ was ‘van Wiemesmeer’, niet ‘van Zutendaal’.
Toch werden we goedgekeurd. En enthousiast verwelkomd. Oef!

Intussen legden ze ons ook in het centrum op de rooster: ‘En ge zijt allebei van Zutendaal, en toch gaat ge in Wiemesmeer wonen?’
Alsof we naar de Noordpool trokken.

In dat verre Noorden hebben we nochtans heel veel geluk gevonden: een heerlijk rustige buurt met nὸg meer vrienden die ons het bourgondische gehucht hielpen ontdekken.
Spijt dat we naar Wiemesmeer getrokken zijn? Nog nooit! Hooguit een fractie van een seconde wanneer ik besef dat ik vanuit die hoeve in Vliermaal met de fiets naar het werk had kunnen rijden.
Maar manlief helpt me er dan aan denken: ‘Wegtrekken uit Zutendaal? Daar komt niets van in huis!’