Passie

Misschien kwam het door de gure noorderwind. Door het uitblijven van de lente-waar-we-allemaal-nood-aan-hebben. Of door de torenhoge mazoutprijzen. Misschien lag het aan mezelf. Maar afgelopen zaterdag was het kil in de kerk.

Als tiener nam ik me eens in de vasten voor om elke week naar de mis te gaan. Mijn ouders konden hun ogen niet geloven. Zo strikt katholiek hadden ze mij toch niet opgevoed? Maar ik bleef op het goede pad. Nam niet alles klakkeloos over van meneer pastoor. Ik ademde dankzij JOngerenKErk het geloof in van een nieuwe kerk. Octaaf was ons nabij van op veilige afstand. En hij zag dat het goed was.

Ik kwam stilaan echt thuis in de cocon van het klokkenhuis. Samen met collega-leidsters van de VKSJ kropen we in het gezelligste hoekje van de donkere kerk. Met hier en daar wat sfeerverlichting, krakende luidsprekers en priestergewaden die fladderden boven de vloerverwarming avant la lettre. Alle blikken op ons lievevrouwke, in een baken van licht.

Ik beken: het was tijden geleden dat ik er nog was binnengestapt. Het zal u niet verwonderen dat je als christen niet meer braaf rooms kan blijven. Maar zoals zo vaak als je lang bent weggeweest; je verwacht hetzelfde. Helaas, geen ziel die er nog enthousiast raakte. Daar zat ik dan. Op een gegeven moment leek het zelfs alsof het Latijn terug was ingevoerd. Steeds opnieuw moest ik aan Willem Vermandere denken.

Die ‘predikte’ de avond voordien op een podium in Lanaken. Met in het publiek trouwens ook heel wat dorpsgenoten. Hij vertelde over het deurtje van het tabernakel dat een keer was blijven openstaan. God ontsnapte. En loopt nu dus vrij rond in de wereld. Weliswaar vermomd, maar als je goed kijkt, zie je hem.

Nochtans werd er zaterdagavond ook alle moeite gedaan om het lijdensverhaal op gepaste toon voor te lezen. Maar ze vergaten iets: voor mij het belangrijkste. Jezus gooide de tafels in de tempel om. Net op Palmzondag! Jezus die anderen begeesterde, ging ook nog eens in tegen het ‘kerkelijk’ gezag. Dat was zijn doodsteek! Aan het altaar werd de passie plechtig gepreekt, maar Jezus’ passie werd doodgezwegen. Gelukkig is hij verrezen, anders zou hij zich wel eens in zijn graf kunnen omdraaien.

Laten we voortaan die andere naam voor Palmzondag gebruiken: Passiezondag. Want passie is meer dan het lijdensverhaal, het is je leven geven voor iets. Nu nagelen we hem terug op dat kruis. Keer op keer. Ik zou ook niet willen dat men na mijn dood aan me denkt zoals ik ben gestorven, liever zoals ik heb geleefd. En Jezus’ leven mag je toch geest-driftig noemen?

Ik wens u een paasfeest vol passie. En binnenkort een vurig Pinksteren.  Misschien waait er dan een warme lentewind door de kerk.