27 juli
Ontdekking van de dag
‘Weet je wat ik hier mis?’ zeg ik ’s morgens tegen de kinderen. ‘In Azië had je woorden zoals ‘Sabaidee’ en ‘Namasté’. Iedereen die je tegenkwam wenste je zo het allerbeste.’
Een uur later leren we op de rieten Uros-eilanden het woord kamisaraki, het betekent welkom. Het woord komt uit de Aymara-taal, een pre-incataal, want het Uros-volk bouwde de floating islands op het Titicacameer toen ze van het vasteland verdreven werden door de inca’s.
26 juli
Ontmoetingen van de dag
Stikop en met een razende honger komen we met de bus aan in Puno. Een man maakt reclame. ‘Information?’ vraagt hij ons. We schudden het hoofd. Een sanitaire stop en wat te eten, dat hebben we nodig. Even vriendelijk wijst de man ons de weg in het busstation.
Aan het eettentje ploffen we naast onze rugzakken neer op plastic stoelen. Een jonge backpackster loopt in paniek terug naar haar tafeltje. De eigenares van het restaurantje haalt met de glimlach de handtas van het meisje boven. Ze had hem al veilig in haar keuken gezet.
25 juli
Ontdekking van de dag
In Cuzco bezoeken we de incatempel. Even denken we dat we helemaal fout zitten, want er staat een Dominicanenkerk overheen. De Spanjaarden veroverden destijds de inca’s en bouwden onmiddellijk op hun heiligste plek een kerk met het goud van de oorspronkelijke incatempel. We schamen ons dat we christen zijn.
Ontmoeting van de dag
In slecht Spaans vragen we in de hostel aan het dienstmeisje of we onze slaapzakken op de wasdraad mogen drogen. We krijgen antwoord in vlekkeloos Engels.
24 juli
Ontmoeting van de dag
Na het regenwoud verdienen onze schoenen weer een poetsbeurt. Dat vinden de schoenpoetsers op de Plaza des Armas toch. We gunnen hen dat klusje.
‘In Cuzco todo esta possible,’ vertelt de jongen die werk maakt van Jo’s vuile paar.
Naast hem borstelt een andere jongen het stof van Warres schoenen. ‘Y nada seguro.’
De ene gelooft dat alles mogelijk is, de ander heeft duidelijk meer tegenslag gehad. Niets is veilig, volgens hem.
23 juli
Ontmoeting van de dag
De aapjes bij de lodge komen een banaan uit Jades hand eten. Niet meer helemaal wild natuurlijk, maar wel leuk.
Ontdekking van de dag
Zwemmen in een tropisch meer na het piranha-vissen en nadien nog kaaimannen spotten.
22 juli
Ontmoeting van de dag
Op bezoek in een bananenplantage horen we dat de boer een seizoen moet ploeteren om een tros van 100 bananen voor 10 sol – 2,5 euro te verkopen. Hij heeft minder gereedschap dan mijn overgrootvader honderd jaar geleden. De meeste vruchten rotten zelfs aan de bomen omdat hij de vruchten niet verkocht krijgt.
21 juli
Ontmoeting van de dag
Onze gids in het regenwoud vertelt hoe hij vooruit wil in het leven. Hij heeft zijn doelen opgeschreven, werkt hard en spaart om iets te bereiken. ‘De gewone Peruviaan leeft van dag tot dag. Zij hebben nooit geleerd om verder vooruit te kijken.’
20 juli
Ontmoeting van de dag
Een Chileense backpacker vertelt ons dat hij in Peru is om te zien hoe de Inca’s hun velden irrigeerden omdat het in Chili extreem droog is. Het is 40 jaar geleden dat het daar zo droog is geweest. ‘Komt dat door de opwarming van de aarde?’ vraagt Jo. Hij schudt twijfelend zijn hoofd en zegt: ‘De oude mensen zeggen dat de goden soms water geven, soms niet.’
Zijn zelfgemaakt muziekinstrument, een trutruka – een soort Zuid-Amerikaanse jachthoorn, heeft hij mee om samen met anderen muziek te maken op bijna vergeten instrumenten.
19 juli
Ontmoeting van de dag
We kopen pasta, eitjes en tonijn in het dichtsbijzijnde winkeltje. Het meisje achter de toonbank lijkt zo oud als Warre. Ze neemt de rekenmachine om het totaal te tellen en moet zoeken waar het cijfer 4 staat.
18 juli
Ontmoeting van de dag
In de Machu Picchu vallen we van de ene verbazing in de andere: de inca’s bouwden voor hun koning een schitterende stad op minder dan 90 jaar tijd. Ze gebruikten heel wat vooruitstrevende bouwtechnieken.
Erdoorheen lopen massa’s toeristen die je bijna van het smalle pad aflopen, zichzelf verheerlijken met de selfiestick in de hand of candycrush spelen op hun tablet.
17 juli
Ontmoeting van de dag
Met de trein reizen we tussen de bergen, wilde orchideeën in de berm. Af en toe mensen op blote voeten die zich platdrukken tegen de rotsen om de trein te ontwijken. Ze zijn over het spoor onderweg naar het volgende stadje dat alleen langs die weg bereikbaar is. Hier en daar staat er een kruisje in de berm.
16 juli
Ontmoeting van de dag
Op zoek naar iets om te doen tijdens onze rustdag trekken we naar Pisac, een stadje dat bekend is om zijn inca-ruïnes. Net op het moment dat we het marktplein oplopen dragen mannen twee Mariabeelden, hier Santa Carmen, buiten. Ze zijn rijkelijk versierd met bloemen, de fanfare fluit er een vrolijk deuntje bij, van de balkons worden er bloemblaadjes op gestrooid. Nadat de processie door het hele stadje is getrokken, barst een volksfeest los met gemaskerde mannen die dansen, kinderen die van de popcorn smullen en volwassenen met literflessen Quezcena bier in de hand.
‘Bij ons is het geloof zo serieus,’ zegt Warre. ‘Hier is het veel vrolijker.’ Hoe hetzelfde geloof toch een wereld van verschil kan zijn.
15 juli
Ontmoeting van de dag
Op de koloniale Plaza des Armas overtuigt een jongen me om mijn schoenen te laten poetsen. Voor minder dan vier euro maakt hij van mijn afgetrapte schoenen een nieuw paar. Enkel het gat aan de zijkant kan hij niet herstellen. We hebben geen klein biljet, dus laat hij zijn schoenmakerskistje, zijn hele kapitaal, bij ons achter om in een winkeltje het geld te gaan wisselen.
14 juli
Ontmoeting van de dag
Ons fototoestel doet nog alles. Behalve foto’s trekken. Dus zoeken we een zaak waar we een nieuw toestel kunnen kopen. De man in lichtblauw uniformhemd toont ons zelfs zijn collectie fototoestellen niet. Hij verlaat de zaak en brengt ons de hoek om tot in een galerijtje waar iemand fototoestellen repareert. Daarna schudt hij ons alle vier de hand. ‘Als het niet lukt om het te repareren, kom je dan bij mij een nieuw kopen?’ Meer vraagt hij niet. We knikken. Een paar uur later blijkt dat we zijn verkoop van de dag niet kunnen omhoog helpen. Ons fototoestel is gemaakt. Op wat schrammen en een stroeve flitslamp na is het heelhuids uit de reparatie gekomen.
13 juli
Ontdekking van de dag
Twee ochtenden heb ik het al tijdens het ontbijt zitten bekijken. De mevrouw die dit eenvoudige hotel runt, heeft het goed voor elkaar. Ze heeft verschillende touroperators zover gekregen de toeristen bij haar te laten overnachten. Ten opzichte van de orthodont tegenover het hotel is dit het paradijs. De orthodont woont en werkt in een stalletje met een vuile hond voor de deur, de hoteluitbaatster heeft afgewerkte kamers met warm water.
‘Dat zijn hier dikke burgers,’ zeg ik tegen Jo. ‘Die hebben het goed voor elkaar ten opzichte van de andere mensen in dit dorp.’
Geen tien minuten later ontdek ik de binnenplaats van het hotel. Ik kijk uit op de kamers waar de eigenaars leven. Een oude houten bank en wat bloemen sieren de binnenplaats wat op, verder is het armoe troef. Zij zullen zelf nog lang geen stromend water in hun woning hebben.
12 juli
Ontmoeting van de dag
We staan voor dag en dauw op om de vlucht van de Condors te bewonderen. De gids gaat echter niet recht op ons doel af. Op de heen- en terugweg stopt onze bus nog in enkele bergdorpen waar de bevolking voor een sol kunstjes opvoert voor de toeristen.
‘Neem alsjeblieft geen foto’s van de arenden,’ smeekt de gids. ‘Ze zijn bedoeld om in het wild te leven, niet om gevangen te worden voor toeristen.’ Foto’s nemen van alpaca’s mag wel.
En van de tientallen kinderen die van jongsaf worden opgeleerd om op commando te dansen of samen met toeristen op de foto te staan. Over hen zegt de gids niets.
Moe van het trieste spektakel zak ik op het einde van de dag neer op de stoep terwijl de rest van de bus cactussap gaat proeven bij een local die de gids aanwijst. Een meisje van twee in traditionele kledij komt naast me zitten. Zij en haar moeder vragen me niets. De sol die ik hen cadeau doe, gaat recht het portemonneetje in dat het kind om de hals draagt.
11 juli
Ontmoeting van de dag
Op weg naar de Condors-canyon stoppen we aan het hoogste toilet van ons leven (tot nu toe – 4930 meter). Door de ijle lucht gaan we in slowmotion door een maanlandschap van stenen de trappen op tot aan het houten toiletje. Daar worden we voor 1 sol (25 cent) ontvangen door een dik ingepakt vrouwtje dat ons wc-papier in de handen duwt. In de ijzige kou rent ze heen en weer tussen de eeuwige sneeuw, het toilet en de toeristen. Met gesmolten sneeuw spoelt ze eerst het toilet door om ons nadien een zeeppompje aan te bieden en water over onze handen te gieten zodat we ze niet in de emmer met bijna bevroren water moeten afspoelen.
10 juli
Ontmoeting van de dag
Bij het handenwassen in een hosteltoilet raken Jade en ik in gesprek met een Argentijnse backpackster. Ze vertelt hoeveel geluk ze heeft dat ze in Buenos Aires is geboren. ‘It’s like Europe,’ vertelt ze ons. Door het reizen heeft ze ontdekt hoeveel kansen ze zelf kreeg. In mezelf bedenk ik dat ze in haar geboortestad nooit de sloppenwijken zal gezien hebben.
Ontdekking van de dag
In Ica bezoeken we een museum met inca-mummies. We mogen voor acht sol, minder dan twee euro, binnen. Ze zijn dan ook blij met elk bezoek. Behalve ons gezin is er slechts één groep die door een gids wordt rondgeleid. De groep scholieren loopt pubergewijs – hand in hand met het liefje en voortdurend commentaar fluisterend – achter hun gids en de leerkrachten aan. Die leerkrachten lijken bijna zo oud als de mummies. Lesgeven tot 67 jaar blijkt plots toch haalbaar te zijn.
9 juli
Ontdekking van de dag
In Lima zagen we sloppenwijken. Hele buurten met huizen zo groot als een tuinhuisje uit muren van riet, vaak stukgewaaid.
Vier dagen later hebben we ontelbaar veel gelijkaardige wijken gezien. Heel langzaam dringt het tot ons door dat die wijken geen sloppenwijken zijn, maar dat dit de levensstandaard is van een kwart van de Peruvianen.
De mensen uit bergdorpen trekken naar de steden om hun kinderen te kunnen laten studeren. Daarvoor moeten ze eerst een tiental jaar in een rieten hutje wachten tot ze bouwvergunning krijgen op het land dat ze met hun laatste centjes hebben gekocht. Dan duurt het nog zeker twintig jaar voor ze een ruwbouw met stromend water hebben. Vaak raken de huizen van deze immigranten nooit afgewerkt.
8 juli
Ontmoeting van de dag
Ken je dat filmpje van Unicef? Een meisje van vijf wordt door een cameraploeg eerst in mooie kleren alleen op straat neergeplant en een restaurant ingestuurd. Voorbijgangers en klanten van het restaurant spreken het kind aan, vragen hoe het heet en hoe oud het is. Speuren rond naar ouders van het kind en zijn bereid om het te helpen. Hetzelfde meisje wordt nadien in lompen de straat opgestuurd. Waar ze compleet genegeerd wordt. Daarna wordt ze weggestuurd in het restaurant. De opnames werden stilgelegd omdat het kind overstuur raakte. Toen ik het filmpje vorige week zag, sloeg ik het op om het niet te vergeten.
Nu komt er een meisje samen met haar vader aan een terras zingen om te bedelen. Onze eerste neiging is geld geven. Maar het gebeurt tijdens de schooluren. Mag je dit bedelen supporteren? Nee toch? We krijgen het in het Spaans nauwelijks uitgelegd. Ik ga slapen met dat filmpje in mijn hoofd.
7 juli
Ontdekking van de dag
Met je voeten in de woestijn een groep dolfijnen zien zwemmen. We wisten het tot nu toe niet. Maar het kan. Echt. Al kunnen we het nadien bijna niet geloven.
6 juli
Ontmoeting van de dag
Uren heb ik de laatste maand Spaanse woordjes geoefend, met lijstjes uit zakwoordenboeken en reisgidsen. Mijn hulpmiddelen: woordkaartjes en een app op de iPad. Nu spreek ik Spaans voor Dummies. Handig, ontegensprekelijk.
Jo pakte het anders aan. Hij kwam nauwelijks toe aan zijn vuistdikke kaft met Spaanse woordenschat en grammatica. Nochtans waren zijn voornemens om Spaans te leren groot. Hij kent wel enkele vervoegingen, maar bijna geen bruikbare reiswoordenschat.
Maar wie denk je dat alles uitlegt op onze reis? Jo babbelt met elke Peruviaan onderweg, terwijl ik hem op de achtergrond hier en daar een woord toefluister. En zonder woorden lukt het ook. Een kip doe je na door ’toktoktok’ te zeggen, een appel door het geluid van een beet in een appel na te bootsen. Met schaterende taxichauffeurs tot gevolg.
5 juli
Ontmoeting van de dag
In Lima stappen we door de open deur van een oude casa. Aan een tafeltje wacht een kleine man met een grote glimlach op bezoekers. We denken dat het geopend is voor toerisme en vragen hoeveel het kost om de casa te bezichtigen. De man schudt zijn hoofd. ‘No, no. No museo, office.’ In half Spaans, half Engels legt hij ons uit dat we wel even mogen kijken. Omdat hij zo gastvrij is, reageren we extra enthousiast. Waarop de man prompt zijn deur sluit om ons een rondleiding te geven.
Met handen en voeten vertelt hij dat we in de oudste woning van Lima lopen. Vol trots laat hij ons vergaderzalen en een wetenschapsbibliotheek zien. Hij toont ons originele stoelen uit de tijd van Louis XIV en boeken uit 1550. ‘Ik ben restaurateur,’ zegt hij glimmend, ‘Kijk maar.’ Hij wijst ons op zijn vakwerk. De stoelen werden door hem verstevigd met ijzer en dikke schroeven, op de kalflederen omslag van de antieke boeken plakken stickers met nummers voor de rangschikking in de bibliotheek.
3-4 juli
Ontmoeting van de dag
Op weg naar Peru lopen we in Miami meer dan 17 uur vertraging op. Drie keer mogen we het vliegtuig in en moeten we weer terug naar de gate. Eerst heeft American Airlines een piloot te kort, daarna zijn er technische problemen met het vliegtuig.
Vier keer zitten we dus naast Meredith en Chris, een Amerikaans koppel met vier kinderen. Ze komen recht uit een film gewandeld: hij een hoog Russell Crowe-gehalte, zij de sexy tristesse van Jodie Foster. De oudsten, Bailey en Dawson, zijn net even oud als Warre en Jade.
Ze verhuizen naar Peru. Na jaren ontwikkelingshulp in Brazilië trekken ze nu naar een stam in het Peruviaanse regenwoud. Eerst starten ze met de bouw van een huis in de jungle. Daar moeten ze eerst zelf de taal van de stam onder de knie krijgen om de indianen dan te leren lezen en schrijven. Verder helpen ze hen ook met medische problemen.
Respect in het kwadraat.
Ontdekking van de dag
‘Hoeveel bomen telt het regenwoud?’ vraagt Jade.
Ze ontdekte net kronkelende rivieren, zwarte meren en eindeloos groen uit het vliegtuigraampje. Met de kaart uit de vliegtuigbrochure proberen we uit te leggen hoe uitgestrekt het Amazonewoud is, maar op haar vraag kunnen we nog geen antwoord geven.
Ik maak een ruwe schatting: ‘Miljarden.’
Voorlopig is ze tevreden met mijn antwoord. Toch even opzoeken, voor ze het nog eens vraagt.