Mijn droom wordt verstoord door het geluid van haar deurklink en voetstapjes die zich zachtjes van haar slaapkamer naar mijn bed begeven. Een deken van koude neemt eventjes de plaats in van de warmte als mijn dochter het dekbed open slaat en zich doorheen mijn donzen nest wroet tot ze me helemaal gevonden heeft. Eerst voel ik de door en door koude voetjes tegen mijn knieën. Nu ben ik wakker.
Haar lijfje blijft zoeken tot het me volledig raakt. Terwijl ze zich in lepeltjeshouding tegen me nestelt, doe ik alsof ik slaap. Toch kan ik het niet laten mijn linkerarm beschermend om haar heen te leggen. Ik besef dat ik dit ogenblik moet koesteren.
Dochters hoofdje is in de holte van mijn kin gekropen. Enkele sprieten van haar lange haren kriebelen mijn hals. Een mini-handje neemt mijn arm vast. Ik voel haar ademhaling tot rust komen. Heel even valt de tijd stil.
Heel even, want dan doorbreekt ze de onzichtbare band. Trekt ze zich ruw los. Veert ze recht. Want haar leven begint pas. Voor haar ligt de wereld open. Voor grote meisjes is er veel te beleven. Haar uitspraak: “Mama, gaan we nu eindelijk opstaan?” roept me tot de orde van de dag.