Wintermorgen

Sneeuw. Gedempt geluid. Wit. Klaar licht. Ongerept tapijt.

Ik trotseer twintig minuten de koude. De zon laat zich even zien, maar ze moet het onderspit delven. Ik ben de eerste op dit pad. Mijn voetstappen maken indruk. Plots wordt het belangrijk welke weg ik ga. Waar ik kom, verandert het landschap.

Mijn weg is niet vrijblijvend. Ik beteken iets in deze wereld.

Een ree is volledig te volgen op haar vlucht doorheen het bos. Dan volgt er een tweede ontdekking: als ik in de schaduw sta, zie ik de zon niet. Als ik wil stralen, moet ik af en toe in haar spot durven staan.

Mijn hart wordt er stil van.