Zeven lessen van Azië

Eind vorig jaar kregen we de kans om met het gezin een lange reis naar Azië te maken. We hoopten dat we door andere culturen te ontmoeten met een open blik naar de wereld zouden leren kijken. De reis overtrof onze verwachtingen ruimschoots. Behalve  de ontmoetingen met fantastische mensen en de ontdekking van prachtige landschappen gaf Azië ons elke dag wel wat wijsheid cadeau. Ik neem jullie graag mee op reis naar de belangrijkste zeven lessen van drie maanden Azië.

1. Indonesië

In Indonesië leeft rijk en arm heel erg dicht bij elkaar. Grote flatgebouwen staan er vlak naast sloppenwijken. Wie spettert en plezier maakt in het zwembad, laat het regenen op de kinderen van de krottenwijk. Mensen die in de rijstvelden werken, staan letterlijk tot de knieën in de modder. Op de stoep van elke straat kom je armoede tegen. Toch blijven alle Indonesiërs vriendelijk. Vergeten zielen met een warm hart.

Onze taxichauffeur maakte de tsunami mee. Iedereen in het dorp moest rennen voor zijn leven. Alle huizen waren weggeveegd, veel familie en vrienden zijn overleden. Net toen het terug iets beter ging, kwam er een vulkaanuitbarsting, dus bleven de toeristen weer weg, waardoor hij nogmaals moest beginnen van nul af aan. Hij nodigde ons uit om een kokosnoot te slachten en een kopje thee te komen drinken. Daar kregen we zijn levensverhaal te horen. Hij begon als beçakbestuurder (Als hij geen klanten had, leerde hij Engels uit een woordenboek), daarna reed hij met een tuktuk, nu is hij chauffeur. Soms mocht hij de auto van de baas voor zichzelf gebruiken. Hij was supertrots op zijn vijf schapen. Als die groot waren, zou hij eindelijk een koe kunnen kopen. 

Mensen in Indonesië moeten altijd opnieuw bouwen aan de toekomst en elk probleem lossen ze met de glimlach op.Verzuring? Blijven lachen en aan de toekomst denken.

2. Maleisië

We logeerden in het huis van onze gids. Zijn oude moeder sliep wel een paar nachten op een mat op de grond. Het huis had een koude douche tussen emmers wasgoed, we moesten onze tanden poetsen boven het toilet, maar hij had een ‘keuken’ om trots op te zijn. In dit dorp midden in de jungle, leven christenen en moslims naast elkaar. Eén meisje trouwde er jaren geleden met een moslimjongen en nu zijn er twee groepen in het dorp. Dit typeert het land. Minder dan honderd jaar geleden waren er nog koppensnellers. Een Engelsman maakte een einde aan de stammentwisten. Sindsdien leven verschillende culturen vreedzaam naast elkaar: samenleven onder één dak in een longhouse, met verschillende godsdiensten bij elkaar, villawijken vol Chinezen, in de hoofdstad een halal-Mc Donalds. 

De gevaren van de natuur zijn belangrijker dan de angst voor het nieuwe. Ten opzichte van de natuur ben je zo klein. Waarom zou je je druk maken over verschillen bij anderen?

3. Vietnam

De voedselschuur van de wereld leeft in armoede. Nochtans is het gebied rijk aan vissen en aan vruchtbare grond. Rijst, olie, kokos, fruit, scampi’s en vis voeren ze uit voor de hele wereld. Toch leven de bewoners nog in rieten hutjes. 
De toeristen brengen gelukkig extra geld naar het land. In ruil moeten de gewone Vietnamezen wel hun rijstvelden inleveren en kilometers omlopen om tot bij hun eigen zee te raken. Behalve als ze het geluk hebben in een resort te mogen werken. Waar ze het afval van het rijkere China op het strand moeten oprapen voor de toeristen wakker zijn…
Na elke moesson, storm, orkaan, tyfoon, … gaan ze gewoon weer door. We fietsten door een dorp waar mannen en vrouwen overal daken waren aan het repareren. We bezochten een vissershuisje in een floating village: een tuinhuisje groot, met één kapotte kast en een bed met een rieten mat als matras, een hoop vodden als dekens, een middeleeuws keukentje, drinkbaar water aangevoerd met de boot. Een week later kregen deze mensen een overstroming en een tyfoon te slikken.

Vietnamezen hebben nooit een dag vakantie. Als je geen keus hebt, ben je tot veel in staat. Kijk maar naar een gaat-niet-bestaat-niet, een brommer of fiets volgeladen met een onmogelijk grote vracht. En naar de slachtoffers van Agent Orange: nu nog worden er kinderen met misvormingen geboren door de chemische wapens in de oorlog met Amerika.

In Vietnam leerden we te kijken naar kansen in plaats van naar problemen.

4. Laos

‘Sabaidee’ is de mooiste begroeting van Azië. Laotianen zijn erg vriendelijk. Maar verder hebben de meesten niets. Ze wassen zich in de rivier, aan een bergstroompje of aan de enige waterpomp van het dorp. Overal kom je kinderen tegen met een rieten mand op de rug, op slippers, soms blootsvoets. Ze lopen altijd naar school. Als ze tenminste de kans krijgen om te gaan. 
Eén kind van ongeveer acht had wel een fietsje. Tijdens de middagpauze vervoerde ze twee keer tien kokosnoten en had ze intussen haar peuterzusje achterop. 
Bij mensen thuis zagen we de speelgoedkast van een halve vierkante meter groot: met een oude paraplu, een oude handtas en één pop met een wirwar van blonde stroeven haar. 
In de bus zei ik tegen mijn zoon: ‘Let er eens op waarmee de kinderen hier spelen.’ Hij antwoordde op slag: ‘Speelgoed? Dat hebben ze niet. Ze spelen met zand, stenen en stokken. En met elkaar.’

Maar net omdat het leven nog zo puur is, is Laos ongelooflijk mooi. Want zijn wij niet onze authenticiteit verloren? Het is een hele evenwichtsoefening: welvaart versus je eigenheid bewaren. 

Cambodja

In Cambodja kwam een jongen bedelen: ‘One dollar please’. Ik wou geen geld geven en bood hem dus wat te eten aan. Met zijn neus tegen het glas geplakt, wachtte hij op zijn schat aan de pannenkoekenkraam. Een vriendje waagde het ook om langs te lopen, hij had begrepen dat er bij ons wat te rapen viel. 
In Cambodja leven nog steeds heel wat kinderen op straat. Zo zagen we in de hoofdstad een straatjongen met zijn zusje in zijn schoot. Iedereen liep er met een boog omheen. 
’s Avonds was er vlakbij vuurwerk voor het feest van de onafhankelijkheid. ‘Wat zou die jongen nu denken, mama?’ zei mijn zoon. En iets later: ‘Kinderen zijn hier te onafhankelijk!’ Ieder schot raakte ons hart. ’s Avonds probeerden we onze bedenkingen aan het personeel van de hostel uit te leggen. Ze begrepen het niet. ‘Jullie hadden geluk,’ zeiden ze, ‘andere bezoekers zagen het vuurwerk niet.’
De recente geschiedenis van de Rode Khmer. Een school die gevangenis werd en de Killing Fields. De vele slachtoffers van landmijnen. Cambodja is een mooi, maar triest land.

En dan hoor je één van de slachtoffers zeggen: ‘Iedereen heeft de verantwoordelijkheid de stukken aan elkaar te lijmen.’

6. Thailand

Alle aandacht gaat in Thailand naar de tempels en paleizen. Paleizen voor het koningshuis en voor de toeristen. Een gezellig hoekje voor de Thaïse mens ontbreekt. 
De dame van het huisje waar we logeerden, raadde ons aan de tempel van een wijk verderop te bezoeken. ‘Dat is een echte tempel,’ zei ze. We kwamen terecht op een soort boeddhistische kermis: reuzegrote beelden van boeddha-baby’s met een pamper aan, een bedelschalenmolen, een skelet met zonnebril en boeddhagewaad. Veel lawaai en ertussen mensen die geconcentreerd aan het bidden waren.
Dan zijn de boeddha’s van de oude tempelcomplexen toch indrukwekkender: sober en krachtig met een glimlach. Een groep Australische jongeren in de hostel koos voor het laatste. In plaats van een week sex, drugs en rock and roll om het einde van hun zesde jaar te vieren, kwamen ze vrijwilligerswerk doen.

7. Nepal

‘Namasté’. Overal in Nepal word je welkom geheten. 
Nepal is erg arm. Vuurtjes op stoep. Vrachten dragen op hoofd. Water gaan halen bij de waterput. Als vierjarige tot een uur lopen naar school. Pingpong met een net van bakstenen. Voetballen tussen het vuilnis. Tennis met een kartonnen plaat en een prop. Vergaderen met het hele dorp over de waterschaarste. (Het bergwater wordt door de regering aan China en Indië verkocht.) Koken op houtvuur. ‘Tegenwoordig hebben we een waterpomp.’ Krotjes van golfplaten langs de ‘weg’. Het is de gewoonste zaak van de wereld in Nepal. En dan zie je tentenkampen van vluchtelingen uit Indië langs de weg.

In Nepal ontdekten we dat zelfs de armsten delen. Ze moeten samenwerken om te overleven. Ze gebruiken creativiteit en humor als overlevingstechnieken.

Op onze eerste dag van de reis las ik een citaat van Confucius. Het vat wat we tijdens onze reis geleerd hebben goed samen:‘Het leven is vrij simpel, maar wij staan erop het gecompliceerd te maken.’